interview met Kaj Derks

Wie is Kaj Derks en welke kortere en lange avonturen heb je beleefd?
– Het eerste gedeelte van deze vraag is makkelijker te beantwoorden dan de tweede. Dit zal hoe dan ook een onvolledige opsomming worden van veel te beknopte omschrijvingen van ‘avonturen’.

Om te beginnen met het makkelijke gedeelte. Kaj Derks is geboren in 1984 en vanaf dat hij 6 maanden oud was mee de bergen in genomen. Vanaf dat ik kon lopen mocht ik dat ook deels 10360188_753414964730611_5152825590610686451_nzelf doen tijdens de huttentochten in de zomervakanties. Toen ik opgroeide werden de huttentochten week lange tochten langs de via ferratas van de Dolemieten, met soms dagen van over 10 uur lopen. Het was zeker niet het geval dat ik dat altijd leuk vond maar het heeft wel gezorgd voor een soort van hardheid die goed van pas komt bij avonturen. Mijn eerste alpine ervaring was op de Weissmies, toen ik 11 jaar was. De top hebben we toen niet gehaald vanwege bevroren voeten maar wel heb ik geleerd verstandige beslissingen te maken en soms je doelen moet uitstellen. Die top hebben trouwens we jaren later via de zuid-west graat wel gehaald. Tijdens mijn studie heb ik relatief weinig aan buitensport gedaan, een beetje geklommen ,af en toe een bergtocht en hardlopen. Nadat ik van de kunstacademie in Den Bosch ben afgestudeerd was ik vooral bezig met kunst maken, maar toen liep ik voor de eerste keer een hardloopwedstrijd, de 7heuvelenloop. Alles behalve een topprestatie maar het heeft me wel getriggerd om meer en harder te trainen. Na een paar jaar van kunst maken en weinig avonturen vond ik het genoeg: ik zette een punt achter de kunst en ging werken bij de Bever. Vanaf toen kwamen de avonturen in een stroomversnelling.[metaslider id=2645]

Hier een korte opsomming van hoogtepunten. Toen ik een paar maanden bij de Bever werkte 12360392_10153304764352914_7421034158928266982_nvond ik het tijd voor mijn eerste avontuur. Liftend ging ik naar de Brennerpas en wilde van daaruit de Hochfeiler beklimmen en terug lopen. Dat was een perfect realistisch plan voor in de zomer. Maar ik het was oktober en het al flink gesneeuwd. Het gevolg was dat ik 4 dagen tot mijn heupen door de sneeuw heb gebaggerd met 30 kilo aan rugzak op mijn rug. De Hochfeiler heb ik al snel kunnen afschrijven maar heb een fantastische graat traverse gedaan. Eigenlijk was dit het enige echte avontuur. Volgens mij is avontuur niet te plannen. Sterker nog, avontuur is altijd het gevolg van een slechte planning en dient eigenlijk altijd voorkomen te worden. Vind ik.

Andere ondernemingen die men vaak noemt als avontuur zijn de tochten met mijn broer Yves, in de winter door het hooggebergte van Oostenrijk. Ook de Paddy Buckley Round met Thomas Dunkerbeck kan er mee door alsmede de eerste Esprit Montagne Invitational die ik gewonnen Kaj Fiets en Hangmatheb en andere tochten die ik maak met mijn vader Geert-Jan, Yves en sinds kort ook mijn zus Naomi. Kleinere avonturen zijn mijn fietstocht naar Belgie met hangmat overnachting in de bossen voordat ik terug fietste en mijn hardloopdag dwars over de Veluwe van Ede naar Apeldoorn. Maar zoals ik al zei, het enige echte avontuur hierbij is het liftavontuur naar de Hochfeiler want daarop terugkijkend is het de enige waarvan ik denk: ‘ik weet niet of ik dat wel had moeten doen, blij dat het goed is gegaan.’

Welke dagrugzak gebruik je en wat is daar fijn aan?
– Ik trek de vraag even wat breder want voor alle avonturen heb ik een andere rugzak (bij wijze van spreken dan).

Mijn kleinste rugzak is de Nathan Vaporcloud, een 8L trailrugzakje die ik wat heb aangepast zodat die doet wat ik wil. Niks bijzonders aan. Verder heb ik voor de lichtere alpine tochten waarin overnacht wordt in hutten een Bach Elevation, grofweg een 40 liter rugzak die oerdegelijk is en ook nog eens lekker draagt. Niet lichtgewicht maar dat geeft niet als je weet dat die de zwaarste omstandigheden overleefd. Dan heb ik sinds kort een Gregory Denali 75, dit nadat mijn Black Diamond Quantum 65 zijn beste tijd gehad heeft. De Denali 75 is de stevigste tas van Gregory, gemaakt voor het zwaardere expeditiewerk. Weer niet -anders dan mijn vorige zak- de lichtste, maar het draagcomfort is ongeëvenaard, ook bij lasten van voorbij de 30 kilo. Wat al mijn rugzakken gelijk hebben is de eenvoud van ontwerp. Ik houd niet van tig vakjes. Liever organiseer ik zelf mijn rugzak met waterdichte zakken zodat ik dingen snel kan vinden en inpakken terwijl er minder kapot kan. Mijn keuze in materiaal in het algemeen is niet automatisch voor het lichtste. Hoewel dat een belangrijk punt is, spelen voor mijn comfort, duurzaamheid en betrouwbaarheid in even grote mate mee en zoek altijd naar het product waar deze punten in balans of met een mooi woord: in harmonie zijn.

Welke kleding gebruik je?
– Eigenlijk kan ik hier kort over zijn: Arc’teryx. Dit merk heeft eigenlijk alles wat ik op het eind van de vorige vraag zei. Natuurlijk gebruik ik ook dingen van andere merken: ondergoed van Woolpower als het echt koud wordt, schoenen van Meindl omdat ik die al mijn hele leven draag, donsjasje van Yeti omdat het de Lamborgini onder de donsjasjes is, binnenhandschoenen van Icebreaker en soms een softshellbroek en bodywarmer van Mammut omdat die al jaren mee gaat en dat nog jaren zal doen. Natuurlijk zijn er tal van andere topmerken die Arc’teryx evenaren maar Arc’teryx heeft de pasvorm, de harmonie van gewicht, duurzaamheid, comfort en mijn vertrouwen dat het goed is. Dit geld voor zowel trailrunkleding als trekking alpine kleding. Dus dat draag ik lekker.

Buiten slapen?
– JA! Hoewel in december boven de 2900m op een gletsjer is een tent buiten genoeg voor me. Maar als de omstandigheden het toelaten lig ik buiten. Met een comfortabele temperatuur en droge nachten in een bos ga ik voor de hangmat. Met nat weer en iets kouder ga ik ook voor een hangmat maar dan met een matje er in en een tarp er boven. Met een groep laat ik de hangmat thuis en kunnen er 5 of misschien 6 man onder die tarp. Mocht het slaap moment in de bergen zijn met vrij goede omstandigheden dan pak ik ook liever een tent, maar dan een hele lichte. Ik hecht namelijk veel waarde aan een goede nachtrust en daar sleep ik graag een paar gram extra voor mee. Bivakzakken zijn uitgesloten, wat een tering dingen.

De keuken?
– Negen van de tien keer is mijn keuken een oude MSR Whisperlite. Waarom? omdat ik die op mijn zestiende gekocht heb en me nog nooit in de steek heeft gelaten. Daarbij gebruik ik de MSR Alpine rvs pannenset, bakpannetje en ketel. Ik hou van spul dat niet kapot kan als je het gebruikt zoals het bedoeld is. Natuurlijk is het wat zwaar en als het lichter moet zijn heb ik een klein halve liter aluminium pannetje met een Optimus Crux. Daarmee kun je een weekend lang goed koken op een klein blikje gas. Voedingsgewijs gaat mijn voorkeur uit naar een creatieve greep uit de lokale supermarkt maar soms ben je lui en is een pakje Adventurefood helemaal perfect: heet water er in, beetje roeren, smakeloos maar alles wat je nodig hebt.

Wat moet er altijd mee?
– Dat ligt natuurlijk helemaal aan de onderneming die je tegemoed gaat. Maar wat me zo te binnen schiet zijn vier dingen: waterdichte jas (Gore-Tex), kaart, zakmes, bidon.
Eigenlijk nog meer maar ik ga hier geen hele paklijst neerzetten. Dit is een mooie MacGyverkit om mee te beginnen.

Tips voor beginnende avonturiers
– Volgens mij is dit de meest gegeven tip: doe het gewoon. Begin klein, doe iets in de buurt, doe iets belachelijks waarnaar je toch een voldaan gevoel heb als het gelukt is. Avonturen passen nooit in algemeen beschaafd denkpatroon dus maak je geen zorgen als je op een idee komt wat compleet debiel lijkt. Zie het van de zonnige kant: als het lukt lach je je kapot dat je zoiets stoms hebt gedaan en als het niet lukt kun je je altijd geruststellen met de gedachte dat het ook wel een heel belachelijk idee was. Maar eigenlijk kun je toch maar beter zorgen dat het lukt want daarmee verlaag je de grens voor een volgend avontuur. Zo verander je langzaam je idee van wat normaal en mogelijk is.

Nu lijkt het dat ik impulsieve plannen promoot maar niets is minder waar. Het idee kan impulsief zijn maar het plannen zou dat allerminst moeten zijn. Bereid je route voor, je eten, voedsel, het weer en wat je tegen kan komen. Luister naar mensen die het gebied kennen en die het eerder gedaan hebben. Blijf bovenal nadenken en hou in je achterhoofd dat je het doel niet kostte wat kost hoeft te halen, een hachelijke reis is soms al genoeg en doelen blijven wel wachten tot de volgende keer.
Oh, en wees niet te serieus, je bent bezig met een van de meest onzinnige belachelijke dingen die je kunt bedenken. Er zijn geen diepere betekenissen, je gaat de wereld niet redden en je moeder is alleen maar blij als je heelhuids thuis komt. Dus ook al doet het zo nu en dan alleen maar pijn probeer ondertussen zoveel mogelijk plezier te hebben als maar mogelijk is.

Wat is je absoluut favoriete item?
– Daar heb ik even over na moeten denken maar denk het nu toch te weten: mijn lichaam.
Dat hoef ik toch niet uit te leggen?

Een vraag van Kaj aan zichzelf:
– Waarom doe ik het eigenlijk?
Deze vraag stel ik mezelf regelmatig en denk dat ik daar nog wel even mee door ga.
Mocht je me willen volgen dan kan dat op Instagram als @the_running_monkey.
Ik hoop je in ieder geval te hebben geïnspireerd.